Ouderschap auteur John Rosemond deelt de oplossing van zijn familie voor het vermijden van overbelasting van speelgoed.
Bijgewerkt: 17 februari 2017 Pin pin FB opslaanToen mijn kinderen 9 en 6 waren, hadden ze tussen hen minstens 300 speelgoed verzameld. Ondanks deze overvloed aan speelgoed, klaagden ze er voortdurend over dat ze zich vervelen. Vooral ontnuchterend was het besef dat ze jammerden juist omdat deze lawine van goedbedoeld geven hun verbeelding had gesmoord. Ze hadden het contact met de 'magische make-do van de kindertijd' verloren - het vermogen om met een beetje te improviseren, creëren en veel te doen. Eric en Amy geloofden dat het spel uit een speelgoedwinkel kwam in plaats van uit hun eigen kleine hoofdjes. Mijn vrouw en ik concludeerden dat de kinderen nooit veel zouden leren om veel te doen als we ze veel blijven geven.
We zetten ons schrap voor de terugslag en vertelden hen dat, aangezien we ze zelden met meer dan een paar van hun speelgoed zagen spelen en omdat er kinderen waren die helemaal geen speelgoed hadden, hadden we besloten om het grootste deel van hun speelgoed aan kinderen te geven.'s liefdadigheid. Ze zouden elk 10 speelgoed mogen houden (een "set" of verzameling van iets dat als een stuk speelgoed wordt geteld). Van de rest gingen degenen die in goede staat waren naar een passend goede zaak.
We werden overmand door hun reactie: ze waren eigenlijk enthousiast over het idee. In een mum van tijd hadden ze het kaf van het koren gescheiden en waren ze bezig hun donaties in dozen te doen.
Wanneer ik dit verhaal vertel, ik'm stelde deze vragen:
Q: Heb je richtlijnen opgesteld over welk speelgoed de kinderen konden houden?
EEN: Nee, maar we moedigden hen aan speelgoed te houden dat een hoge 'speelwaarde' had, wat betekent dat ze duurzaam waren en op verschillende creatieve manieren konden worden gebruikt. In deze categorie vielen speelgoed dat vergelijkbaar was met het speelgoed waarmee Willie en ik als kinderen hadden gespeeld. Eric bewaarde bijvoorbeeld zijn reeks in elkaar grijpende bouwstenen; Amy bewaarde verschillende zachte, knuffelige, niet-technische poppen en een poppenhuis.
Q: Hoelang duurde het om de resultaten te zien?
EEN: Het kostte de kinderen ongeveer twee weken om zich aan te passen. Ze bezetten niet alleen zichzelf voor langere tijd creatief, maar konden ook beter opschieten. Het was alsof minder territorium hen aanzienlijk minder territoriaal maakte. De kinderen verloren al snel hun interesse in speelgoed. Ze werden over het algemeen meer gefocust, ze lazen meer, en het beste van alles was dat ze stopten met klagen dat ze zich vervelen.
Q: Hoe heb je omgegaan met familieleden?
EEN: We schreven een brief aan alle familieleden waarin werd uitgelegd dat Eric en Amy een week lang met hun kerstspeelgoed en -spellen zouden spelen, en vervolgens twee elk als 'bewakers' selecteren. De rest ging naar diezelfde kinderen's liefdadigheid.